Haar moeder en haar oudere zus Nikki reden paard. En hoewel hockey de sport was van de Rotterdamse Lotte van den Herik, dacht ze op haar 11e: misschien moet ik dat ook maar eens gaan proberen. Nu op haar 19e staat de eerste Grand Prix-proef op de planning, ondanks dat vreselijke ongeluk dat haar twee jaar geleden overkwam….

Lotte van den Herik studeert en ze rijdt paard. Dat doen er meer. En toch is het verhaal van Lotte een geheel eigen verhaal. Om te beginnen met haar studie, forensisch laboratoriumonderzoek aan de hogeschool Avans in Breda: “Ik wil heel graag daarna pathologie gaan doen, zeg maar lijkenonderzoek, een beetje CSI-achtig. Als het met de paarden niet lukt, dan is de kans best groot dat ik dat ga doen. Maar ik doe er alles aan om in de paarden te kunnen gaan, ben er nu zeker vijf uur per dag mee bezig. Je moet het wel willen, niet naar een feestje gaan omdat ik de volgende dag wedstrijd heb. Mijn vrienden zeggen dan: kan ze weer niet mee. Elke dag ben ik om kwart over 6 op, hoor ik ze zeggen: mevrouw is weer moe hoor…in mijn klas zitten vooral studenten die het studentenleven willen leiden. Je komt er zo wel achter wie je beste vrienden zijn. Gelukkig heb ik ook vriendinnen met paarden, die snappen het wel.”

Op de Rotterdamse manege reden zus Nikki en moeder Stephanie op paarden van de manege: “Ik heb het een jaar bekeken en toen gedacht: misschien moet ik dat ook eens gaan proberen. Maar ja, als je echt wilt leren rijden, moet je toch een eigen paard hebben. Mijn opa Jorien van den Herik heeft toen een paard gekocht maar dat moest ik delen met een moeder die vooral de bossen in wilde en een zus die wilde springen. Met Tobijan ben ik dressuur gaan rijden en toen ik L1 reed, wist ik eigenlijk al dat ik naar een hoger niveau wilde. Ik vond het zó leuk, die wedstrijdspanning, het voorbereiden en alles, ik ben gestopt met hockey, hoewel ik dat best op een niveau deed. Ik dacht: ik ga de paarden in! En toen zei opa: als je het echt zo leuk vindt, krijg je een eigen paard.”

“Via de Vereniging Eigen Paard kwamen we terecht bij Horsedating. We hebben toen geen paard gevonden maar wel Frenk Jespers leren kennen. We hebben paarden gezocht op internet, dan ging hij mee om te kijken. Als beginner heb je daar gewoonweg niet alle kijk op. Het paard was Desperado, een Valdez x Rubinstein, ruim 4 jaar oud. Ik heb ‘m zelf opgeleid naar het Z. Toen wist ik het zeker: dit is wat ik wil. Internationaal rijden straks en jonge paarden opleiden. Ik had les van Barbara Koot en Bob Tenwolde, werd geselecteerd voor het talententeam Zuid-Holland, kreeg ook les van Mathie Boomaars. Ik was toen een jaar of 14.”

Om hogerop te kunnen komen, bleek Desperado op dat moment toch niet de juiste partner voor Lotte: “Ik wilde graag kaderwedstrijden rijden, daar zou ik met Desperado geen kans hebben. Maar ja, hij was wel mijn alles, had hem zelf opgeleid naar het Z. We hebben hem toch verkocht, aan iemand in Nederland waar hij het supergoed heeft. We hebben anderhalf jaar gezocht naar een opvolger, het is zo moeilijk om een paard te vinden dat goed genoeg is en dat niks mankeert. Ik had in Rotterdam toen naast school genoeg paarden te rijden voor andere mensen dus ik hoefde niet stil te zitten. Via Frenk zijn we bij Dominique Filion terecht gekomen, bij haar bij de Selevia Hoeve in Werkendam stond Darlinde in training, een Gribaldi x Contango-merrie. Ze had ZZ-Zwaar gelopen, ik ben met haar in het Z begonnen. Maar opa zei: moet je niet een paard hebben waar je meer van leert? Dat werd Winner, de San Remo x Gribaldi waarmee Kim van der Velden reed, die stond bij dressuur- en africhtingstal Jespers in Teteringen op stal. Ik heb er heel veel van geleerd. Ik had nog nooit een serie gesprongen, nog nooit een wissel. Als je dat met zo’n ervaren paard leert, kun je het ook toepassen op de merrie. Ik ben begonnen in het Z en ik mag met Winner nu Grand Prix starten.”

Lotte is bepaald niet iemand die anderen het werk laat doen: “Ik hoor natuurlijk ook wel: lekker makkelijk jij met je Grand Prix-paard, koop een goed paard, ga erop zitten en dan lukt het.  Maar zo werkt het absoluut niet. Je kan gewoon niet hoger komen met paardrijden als je geen goed paard hebt. En het is niet zo dat je altijd met een Grand Prix-paard hoog kunt rijden. Het paard doet het niet vanzelf. Ik doe best veel voor de paarden, die nu bij Frenk Jespers staan. Ik train ze zelf, ik poets ze een half uur voor het rijden en een half uur erna, ik mest de stallen uit, allemaal naast de studie. Je moet ook een band met je paard opbouwen, voor mijn gevoel gaat het paard dan ook veel meer voor je doen.”

Opa Van den Herik, bekend van Feyenoord, stelde de goede vragen en zorgde ervoor dat de goede paarden beschikbaar kwamen: “Mijn opa snapte het in het begin helemaal niet. Had ik 70% gereden, zei hij: waarom geen 100%, je hebt het toch goed gedaan? Haha, Frenk heeft hem superveel geleerd, hij leert steeds een beetje meer. Toen ik mijn punten had voor de Grand Prix, was hij er ook bij, was hij ook superblij, heel leuk om te zien. Hij begint het wel steeds beter te begrijpen. Mijn moeder heeft vroeger wel veel gereden, maar vooral springen. Eigenlijk vindt ze dressuur een beetje getut allemaal. Maar ze vindt paarden geweldig, en ze vindt het heel leuk dat ik er zoveel voor doe en er zo mee bezig ben. Ze heeft heel veel gesjouwd, heel wat autogereden voor mij. Al die ritjes naar Werkendam, of naar Frenk Jespers.”

Twee jaar geleden, bij het stappen op de merrie in de manege van de Selevia Hoeve, zorgde een klein schrikmoment voor een enorme domper op de sportplannen: “Ik deed de rits van mijn jas dicht en de merrie schrok van dat geluidje, ze schoot naar voren. Ik viel, precies op mijn stuitje. Ik ben afgevoerd naar het ziekenhuis in een ambulance, kon niet opstaan of niets. Ik was verlamd, ik kon helemaal niks meer vanaf mijn borst, ik kon eigenlijk alleen mijn armen bewegen. Maar ik was zo verdoofd, ik realiseerde het me niet, ik was van de wereld af. In het ziekenhuis zeiden ze: als je morgenvroeg zonder gevoel wakker wordt, hebben we een heel groot probleem. Er was niks gebroken, zeiden ze, maar ja, wat was het dan? Het kon zijn dat het ruggenmerg gekneusd was. ’s Ochtends werd ik wakker met een soort van gekke tinteling, en dat was goed, ik mocht de volgende dag weer naar huis.”

“Een week later ben ik met hulp van iedereen weer op het paard geklommen, vanuit de rolstoel. Ik heb een rondje gestapt, maar daarna heb ik drie maanden thuis gezeten. De merrie werd in de tussentijd getraind door Annika Roodhart, Dominique Filion was toen al naar Rusland verhuisd. Ik heb lang in een rolstoel gezeten, en later kon ik niet op een houten stoel zitten. Voor het havo-examen hebben we bij de commissie een speciale stoel aan moeten vragen. Na een hele tijd heb ik toen toch weer mijn eerste wedstrijd gereden, een kaderwedstrijd bij de junioren. Een half jaar later moest ik van mijn fiets afstappen omdat ik enorm aan het trillen was. Ik terug naar het ziekenhuis: bleek dat mijn rug op twee plaatsen gebroken was. Ik heb heel veel geluk gehad, eigenlijk is het een wonder wat ik allemaal kan doen. Bij je staartbeen zitten allemaal kleine zenuwtjes, ik was zo hard gevallen dat daar ook alle zenuwen waren geklapt. Omdat het ziekenhuis zei: je mag naar huis, kreeg mijn lichaam niet de tijd om alles te herstellen. Dat bleek de grootste fout. Het hele revalidatieproces duurt nog wel een paar jaar, ik ben nu bijna pijnvrij. Er zijn best dagen dat ik denk oei, best wel pijnlijk, maar je gaat er ook wel mee leven, en het vooruitzicht is goed. Ooit hoop ik elke dag pijnvrij kunnen leven. Als ik geen paard had gereden? Dan had ik ook niet zo’n leuk leven gehad!”

En nu? “Ik wil heel graag U25 gaan rijden, hopen dat ik in een kader kom, dat lijkt me wel heel gaaf. In juli ben ik jarig, dan word ik 20, het zou gaaf zijn als ik dan mijn eerste Grand Prix gereden heb. Maar ik ga niet te snel, ik ga het pas doen als ik het echt kan. Gelukkig helpt mijn trainster Kim van der Velden me altijd, echt trainen doen we zo’n twee keer in de week. Voor mij is het allemaal nieuw, ik moet al heel blij zijn dat ik dit bereikt heb.” Begin juni staat de andere volgende stap gepland: de verhuizing naar de eigen accommodatie in het West-Brabantse Schijf, waar VDH Stables straks beschikt over 18 boxen, een binnenbak van 20×60, opfokboxen, een woonhuis en natuurlijk grond voor de paarden: “Het is echt een droom om te gaan werken met de veulentjes, de jonge paarden, en ze dan op te leiden. Als een training goed gaat, dat gevoel is zo heerlijk. En als je dan ook nog een wedstrijd wint…..”

 

 

© Nieuws.Horse 2023 | powered by ThreeTwoOne CreationFactory