‘We maken allemaal fouten, ik zal fouten maken, de ruiters ook. Maar als er problemen zijn, moeten we daar meteen binnenskamers over praten om de sfeer goed te houden. We moeten eerlijk en direct met elkaar communiceren. Ik houd niet van ellebogenwerk.’ Dat zegt Jos Lansink in een interview met De Volkskrant.
De belangrijkste opdracht voor Lansink is Nederland weer aan medailles helpen op EK’s, Wereldruiterspelen (WK’s) en de Olympische Spelen. De laatste teammedaille dateert alweer van acht jaar geleden op de Wereldruiterspelen in Frankrijk. Dit jaar staat voor Lansink en zijn ruiters alles in het teken van de Wereldruiterspelen komende zomer in Denemarken, tevens het eerste kwalificatiemoment voor de Olympische Spelen van 2024.
Succes staat of valt voor Lansink met een strakke wedstrijdplanning, waar hij zelf om bekend stond: ‘Alleen met een goede planning kun je resultaten behalen. Vooral ruiters die over één toppaard beschikken moeten alles zeer nauwkeurig managen om overbelasting van het paard te voorkomen.’
De spagaat waar veel topruiters in zitten is dat ze enerzijds veel geld kunnen verdienen in lucratieve wedstrijden zoals de Global Champions Tour en de Rolex-concoursen. Anderzijds moeten ze er voor hun vaderland staan in belangrijke landenwedstrijden. Lansink: ‘Iedereen wil wat geld verdienen, daar is niks mis mee. Maar je kunt niet eerst tien Global Champions Tour-wedstrijden doen en vervolgens maar hopen dat je paard op het WK nog in vorm is. Zo werkt het bij mij niet.’

