Source :

De Onderlinge Paardenverzekering Veldhoven en omgeving B.A. houdt ermee op. Niet ingehaald door de tijd, maar Europese regelgeving noodzaakt het gros van de ruim honderd Onderlinge Paardenverzekeringen in Nederland tot stoppen.

Toon ten Have vierde vorig jaar nog nog met de andere leden van de ‘onderlinge’ het honderdjarig bestaan. De Oerlenaar nam in 1973 het boerenbedrijf aan het Hoogeind over van zijn vader. ,,Paarden werden altijd op het land gebruikt. Elk half jaar moesten we het paard bij café De Kers laten schatten. De waarde werd op een bonnetje geschreven, je betaalde de premie en het werkpaard was weer zes maanden verzekerd.”

Op 8 augustus 1917 vond in Oerle de oprichting plaats van de Onderlinge Paardenverzekering, ten herberge van de weduwe J. Hagelaars, zo is in sierlijk handschrift in het notulenboek vastgelegd. Het ging toen om de ingezetenen van Oerle, Veldhoven, Steensel en Knegsel. De reden van de oprichting: bij de maatschappijen betalen de verzekerden een hogere premie dan nodig is, hield de Veldhovense kapelaan Groenen de aanwezigen voor. Met 114 leden kende de onderlinge een mooie start. De toenmalige burgemeester van Oerle en Zeelst, J. Ancion, werd als secretaris-penningmeester aan het bestuur toegevoegd.

,,Als vroeger het paard wegviel, kon dat het einde van het bedrijf betekenen. De boer had zijn paard elke dag nodig”, schetst bestuurslid Peter Rombouts uit Eersel de noodzaak van een paardenverzekering. In 1955 waren er 288 paarden verzekerd voor een totale waarde van 282.460,- gulden. In de jaren zestig sloten Eersel en Duizel zich aan bij de onderlinge. Het aantal verzekerde paarden liep op tot zo’n vierhonderd om daarna gestaag te dalen. ,,Tot de jaren zestig werd nog veel met het paard op het land gewerkt. Met de komst van de trekkers werd dat steeds minder”, verklaart voorzitter Theo van der Aalst uit Eersel. Rombouts, Van der Aalst en Wim van de Ven uit Veldhoven hebben als bestuursleden de laatste tien jaar zeker tweeduizend paarden getaxeerd. Ze bekijken het paard, hoe het loopt en nemen ook de leeftijd en gezondheid mee in de waardebepaling. Rombouts: ,,We houden zo’n drieduizend euro aan als bovengrens voor een paard en vierhonderd euro voor een Shetland pony. Wij hielden alle paarden in de verzekering, ongeacht de leeftijd.”

Secretaris/penningmeester Van de Ven betreurt het stoppen van de onderlinge na 101 jaar. ,,Het kan niet anders. We moeten aan voorwaarden voldoen die voor een kleine onderlinge niet haalbaar zijn. Medio dit jaar wordt wat nog in kas is, verdeeld onder de leden.” Tijdens de buitengewone ledenvergadering in oktober vorig jaar was te beluisteren dat veel leden hun paard niet meer verzekeren. De hoge premies weerhouden hen daarvan.

© Nieuws.Horse 2018 | powered by Olland.biz