Praten met Kees van den Oetelaar is luisteren naar verhalen. Want de handelaar, paardeneigenaar, fokkerijliefhebber, stamboekeigenaar, veilingorganisator en familieman heeft veel te vertellen. Over Concorde en Verdi, de meest bepalende hengsten in zijn leven, over zijn band met Henk Nijhof, over zijn kijk op springpaarden, over de ontwikkelingen in de fokkerij. Kees van den Oetelaar durft zich uit te spreken en blijft zichzelf. Hij rijdt de wereld over in zijn Mercedes met 960.000 kilometer op de teller. Of hij een pak heeft? “Twee colbertjasjes, maar die heb ik nooit aan.” Nu deel 1 van zijn verhaal, vooral over de handel en Concorde.
School heeft Kees van den Oetelaar nauwelijks gehad. Maar voor Engels, Duits of Italiaans draait hij zijn hand niet om. En een rekenmachine komt er niet aan te pas, ook al gaat het om grote bedragen. In de praktijk leerde hij alles wat nodig is, leergierig als hij is. Met een enorme belangstelling voor de verhalen van mensen met ervaring, met voorop zijn vader Dorus: “Van mijn vader heb ik heel veel geleerd. Natuurlijk ben ik er een aantal keren van afgeweken, maar dat is me elke keer slecht bevallen. Nou heb ik m’n eigen mening en mijn eigen smaak, en dat bevalt me goed, en daar zou ik het maar op houden. Ik heb altijd heel goed geluisterd naar oudere mensen van wie ik iets kon leren. School was niks voor mij. Ik heb 52 dagen op de LTS gezeten na de lagere school. Ik denk dat ik er 15 dagen van geweest ben. Als ons vader me naar school bracht, was ik eerder op de Bossche markt dan hij.”
De handel, dat is de passie van Kees van den Oetelaar, van kinds af aan. Zijn eerste pony kocht hij toen hij een menneke van een jaar of 9 was: “En ’s ochtends om 6 uur voordat ik naar school ging, ging ik de boeren hier in de buurt langs. Of ik een varken kon kopen, of kippen, een schaap, een veulen, alles wat er te koop was.” Dat daar in die begintijd af en toe technieken aan te pas kwamen die de verkoop gemakkelijker maakten, geeft hij met een twinkeling in de ogen grif toe: “Maar de handel was anders toen. Sneller, en meer direct. Een hand erop betekende ook verkocht, gegarandeerd. Tegenwoordig is de handel compleet anders, niet meer te vergelijken met dertig of veertig jaar geleden. Nou is het allemaal met allerlei voorbehouden, keuringen, zekerheden, bekende prijzen. Dat was vroeger allemaal niet, maar dat betekende ook dat het een stuk gevaarlijker was. Verkocht was verkocht, en als het dan fout zat, was het ook voor jou.”

Kees van den Oetelaar (r) bij het begin van zijn handelscarrière
“Vroeger gebeurde nog weleens iets waarvan je later zegt: had ik dat toen nou zo moeten doen. Ik was denk ik een jaar of 12, wilde ik een keer twee kalfjes kopen bij boeren in de omgeving, twee broers. Ik naar binnen, was de ene boer weg en de andere boer lag ziek in bed. Ik naar de slaapkamer en gezegd dat ik zijn kalfjes wilde kopen. Een tweeling, waarvan het ene kalfje een stuk kleiner was dan het andere. Hij had ze nog niet gezien maar hij vroeg 350 gulden, ik bood 200. Dat vond hij wat weinig, dat kon alleen als ze te klein waren. Ik ben naar de stal gelopen, heb het kleinste kalfje in mijn armen gepakt en ben ermee de slaapkamer ingelopen. Ja, die was inderdaad wat klein, vond ie. Dan was 200 gulden genoeg. Maar hij wilde het andere kalfje ook zien. Ik de kamer uit met dat kalfje, een eind verder gelopen, en toen met hetzelfde kalfje weer naar binnen naar de slaapkamer. Tja, die was ook erg klein, dan was twee keer 200 gulden eigenlijk wel genoeg. Dat soort dingen gebeurde toen, maar ja, ik praat over een jaar of veertig geleden.”

Kees van den Oetelaar als jonge, stijlvolle springruiter
Even later ontmoette Kees de Italiaanse handelaar die nu na 30 jaar nog steeds zijn klant en goede vriend is: “Ik verkocht via hem elke week wel 25 paarden naar Italië in die tijd. Daar waren we allebei goed mee. Hoe oud was ik? Het kan goed veertig jaar geleden zijn. Hij sprak geen Nederlands, ik geen Italiaans. En andere talen kenden we toen ook niet. Nou had ik na een tijdje wel het dialect geleerd, dat ging aardig goed. En ik kon er wel gebruik van maken toen. Komen we bij een Nederlander om een paard te kopen, zitten we daar aan tafel met ons drieën. Op een gegeven moment ging het natuurlijk over de prijs. Die man zegt tegen mij: ik vraag 1000 gulden voor dat paard. Zeg ik tegen die Italiaan: hij vraagt 1500. Zei die: bied maar 1200. Vroeg die Nederlander wat hij zei. Zei ik: hij biedt 800. Ik was nog geen twintig, dat ik dat toen zo gedurfd heb, dat zou al lang niet meer kunnen.”
Van weer een tijdje later was het contact met Paul Schockemöhle, bij wie hij honderden paarden in één koop kocht, jong en oud door elkaar: “Ik heb ze allemaal op stal bekeken. Hij moest natuurlijk ook uitselecteren met een paar duizend fokmerries. Paul vroeg of ik ze niet moest zien springen. Ben je gek, heb ik gezegd, dan sta ik hier over een paar weken nog. Het kostte wel een paar weken om ze vervoerd te krijgen, om de paar dagen gingen we een vracht halen. Ik heb ze allemaal verkocht. Hoe dat gaat? Je weet wel: onderweg heel veel bellen, die en die klant kan een paar paarden verkopen, die kan er wel een gebruiken, zo ging dat.”
“Uiteindelijk heeft die zending een aantal sportpaarden op hoog niveau opgeleverd, zoals Casper van Emanuele Gaudiano. Het ligt er natuurlijk aan waar ze terecht komen. En ik ken genoeg merries uit die koop die zelf ook weer goede paarden hebben gebracht. Schockemöhle is een fokker, met een enorme liefhebberij voor fokkerij, die heel veel geld verdiend heeft in zijn leven. Het is ook niet gemakkelijk met zoveel paarden. Doe het dan maar eens goed, ik weet goed wat het is, de pijn die je als fokker kunt hebben. Van de zomer heb ik een paar hengsten die ik zelf gefokt heb naar Eric Laenen in België gebracht. Elke keer als ik daar kwam en we lieten ze springen, dan vielen ze me tegen. Ik had ze kunnen verkopen maar ik heb het niet gedaan. Omdat ik geloof in mijn eigen paarden, dat het goed komt. De verkoop zou me pijn hebben gedaan. Dat is weer van een heel ander kaliber dan bij voorbeeld de familie Wolters in Groningen, net zo gepassioneerd als fokker met elf fokmerries en met elk jaar wel een paar paarden die uitgroeien tot Grand Prix-paard. Bij die mensen koop ik ook graag veulens, elk jaar wel een paar.”

Met Henk Nijhof een champagne op de aankoop van een hengst in Frankrijk
Belangrijk in de handel voor Kees van den Oetelaar is altijd zijn band met Henk Nijhof geweest: “We hebben heel Europa afgereisd samen, heel veel naar Frankrijk vooral, en we vertrouwen elkaar blindelings. We hebben geen verplichtingen aan elkaar, helemaal niks. Natuurlijk, er is weleens wat, dat is overal, maar dat is binnen twee seconden opgelost en dan wordt er niet meer over gesproken. Vooral met hengsten zitten we heel vaak op dezelfde lijn, we doen het niet slecht samen. Vorig jaar waren we op de BWP-hengstenkeuring, zie ik daar Poker de Mariposa in de baan, een Nabab de Reve x Berlin x For Pleasure. Met een internationaal springende moeder en als grootmoeder Flora de Mariposa, misschien wel de beste merrie ooit als het om springen gaat. Met Penelope Leprevost liep ze. Ik kocht hem daar meteen van de fokker, De Brabander. Kom ik later Henk tegen, zegt die: kom Kees, vlug, we gaan de man van die Nabab opzoeken, dan kopen we die hengst. Dat is net gebeurd, heb ik hem gezegd. En we hebben meteen ieder de helft gedaan. Afgelopen maart was dat. Hij blijft nou nog even bij Nijhof op het dekstation, daar wordt ie ook opgeleid.”
Die band zien we veel eerder al terug in de hengst Concorde: “Dat is eigenlijk het begin van alles geweest. Ik was samen met Henk Nijhof in 1984 al bij Van Diest geweest, de fokker. Maar die wilde toen niet verkopen. Twee jaar later belt Coppens me op, dat hij een tweejarige had gekocht, een Voltaire x Marco Polo. Ik dacht, dat moet die van Van Diest zijn. Heb ik aan de telefoon ongezien de helft gekocht voor 8000 gulden. Later heb ik de andere helft ook gekocht en doorverkocht aan Henk Nijhof en de gebroeders Bosch. Een fenomeen was het. Achteraf gezien hebben er te veel ruiters op gereden. Henk Diks, Roelof Bril, Henk van de Pol, Eric van der Vleuten, Piet Raijmakers en Jos Lansink. Henk van de Pol viel er nog van af in de hengstencompetitie in Oosteind, die kon hem niet uitzitten toen. Het had daarna niet veel gescheeld of hij was verkocht. De vader van Jean-Claude Vangeenberghe wilde hem perse hebben maar wij wilden dan het sperma voor Nederland. Vangeenberghe zei toen: jullie willen de koe verkopen en de melk zelf houden. Toen is het niet doorgegaan. En even later legde het NOP hem vast goed voor de Nederlandse sport.”

Concorde vierde onder Jos Lansink grote triomfen
Concorde werd in 2002 de jongste preferente hengst ooit, in 2004 werd hij uitgeroepen tot KWPN Paard van het Jaar. Toen had hij al gedenkwaardige optredens op zijn naam, zoals de overwinning in Aken in de Grote Prijs van Nordrhein Westfalen. “Eric van der Vleuten behaalde een van de mooiste overwinningen met Concorde. In de Veemarkthallen in Utrecht, daar werd voor het eerst een rubriek hengstenspringen georganiseerd, ik denk in 1991 of 1992. Elf deden er mee, en alleen Libero H had een foutje. Eric Wauters zat op de tribune en die zei: jee, wat is hier aan de hand, zo imponerend was het. Eric won toen door een fantastische wending voor een van die pilaren langs. In februari was het, in april had Concorde zijn boek al vol, zo was dat toen, ik geloof met 300 merries. Maar toch, als we toen hadden geweten wat we nu weten, hadden we dat nooit zo gedaan met al die ruiters. Eric was de ideale ruiter voor het paard, hoe goed de anderen er ook mee gereden hebben. Eric had die speciale band met Concorde. Hoe meer je erover nadenkt en hoe verder je komt, des te meer besef je dat dat het allerbelangrijkste is. Veranderen van ruiter: dat kan een ramp zijn, daar heb ik nu een gruwelijke hekel aan, ook als dat ten goede is. Maar goed, Concorde heeft me zoveel geleerd, op alle gebied. We kwamen overal. Ik ging met Jos mee op internationale wedstrijden, heel veel geleerd en ja, ook veel handel kunnen doen. Overal heen met mijn oude Mercedes, toen al, ja. Daar kan ik net zo goed een paard mee kopen als met een Rolls Royce.”
Binnenkort deel II van het verhaal van Kees van den Oetelaar.