Haar ouders, Jan Kemps en Mark Jespers, dat zijn tot nu toe de meest bepalende mensen in het leven van Renske Kroeze. In chronologische volgorde. Nuchter is ze, helder in haar formuleringen. En ze wordt algemeen beschouwd als een groot talent. Dat leverde al een uitzending naar het wereldkampioenschap in het Amerikaanse Tryon op. Het moment is nu gekomen om de Beemdhoeve van Jan Kemps in Helvoirt te verlaten. “Of het tranen heeft gebracht? Ja, absoluut…..”

Renske Kroeze, 29 nu, groeide op in Bathmen, waar haar ouders nog wonen. Haar moeder is er dierenarts, haar vader technisch directeur bij een machinefabriek: “Mijn ouders hadden altijd paarden, het was logisch dat ik ook een pony’tje kreeg, voor de hobby. Later werd dat al snel een paard, op m’n 11e, omdat ik nogal lang ben. Ik was bij de ponyclub en de rijvereniging, reed soms weleens twee of drie clublessen na elkaar. In ’t Ruiterkamp, waar ook Bathmen te Paard wordt gehouden. Twee grote binnenhallen hebben ze daar, en ze organiseren ook een SGW-wedstrijd. Het is echt nooit de bedoeling geweest om het fulltime te gaan doen. Het werd me van alle kanten afgeraden: de paardenwereld heeft een verkeerde klank, het is hard werken en weinig verdienen.”

“Mijn ouders waren ook SGW-ruiters, met één merrie hebben we alle drie gecrosst. Eerst mijn moeder maar die durfde niet meer, toen mijn vader maar die vond hardlopen op een gegeven moment leuker, en toen mocht ik. Met springles van Wouter Raamsman, en dressuuurles van zijn partner Loes Cevaal. In Bathmen had je in het najaar heel wat crosswedstrijdjes waar ik graag aan meedeed. Op een gegeven moment moest ik in Ermelo bij zo’n dag komen. Ik had nooit crossles gehad, ja, mijn vader nam me weleens mee naar zo’n terreintje. En crossen ging ook vaak goed, dus waarom zou je. Bij de waterinsprong, dan had ik het gevoel dat ik er bijna af viel. Moest ik de teugels langer laten en meer achterover blijven zitten, dat was een hele verbetering. Mijn beste cross-paard in die tijd was een nakomeling van de familiemerrie, we hebben haar vorig jaar in laten slapen. Zo vergevingsgezind was ze, als ik daar achteraf op terugkijk.”

Renske Kroeze met haar moeder

Renske ging studeren aan de Universiteit Twente in Enschede, en ze ging op kamers wonen: “Ik had een tamelijk druk studentenleven, zeg maar, wat ik ook belangrijk vond. Enkele reis was echt twee uur, kwam mijn moeder me ophalen en dan kon ik rijden. Eigenlijk bleef ik maar een dag in de week in Enschede, de rest bleef ik thuis, kon ik rijden. Nou had ik in de studie Bedrijfskunde heel weinig contacturen, het meeste kon ik thuis doen, of onderweg. Na mijn bachelor kreeg ik die les bij Alice Naber. Ze zocht een working student, zei ze. Ik dacht: goh, zou ik daar goed genoeg voor zijn? Maar toen kwam het: hoe ging ik het thuis vertellen….Eigenlijk ben ik nooit met veel plezier naar school gegaan, ik liep niet heel warm voor mijn studie. Ik heb ze verteld dat ik graag een jaartje wilde stoppen maar ik heb ook beloofd dat ik daarna mijn masters af zou maken. En dat heb ik gedaan. Bij Alice kon ik de hele dag met de paarden werken, de hele dag met paarden bezig. Ik heb een heel leuk jaar gehad. En daarna heb ik geprobeerd om de studie te combineren met de paarden.”

Renske Kroeze in de cross in Tryon

Inmiddels was Renske Kroeze young riders eventing kampioen, twee sterren kampioen zelfs, en dat smaakte naar meer: “Na mijn studie ben ik voor mijn toenmalige vriendje naar Brabant verhuisd. Net klaar, geen werk natuurlijk, en toen belde Jan Kemps me van de Beemdhoeve in Helvoirt. Een ruiter bij hem was geblesseerd: joh, kun jij niet een paar weken komen rijden? Dat is nu bijna zes jaar geleden. Ik was al zzp-er geworden, wilde drie dagen in de week wel voor hem gaan rijden. Dat heb ik een paar weken gedaan en toen hebben we de afspraak gemaakt dat we dat gingen doorzetten. Ik had leuke paarden: springpaarden en eventingpaarden. Ja, in Jan’s ogen waren dat springpaarden maar ik vond dat toch al snel eveningpaarden. Toen stopte de andere ruiter ermee, eigenlijk is het heel natuurlijk gelopen dat ik daar fulltime ingerold ben.”

Renske ging zelfs wonen op de Beemdhoeve: “Het ging uit met het toenmalige vriendje en toen mocht ik boven de stal gaan wonen. Dan wordt het al heel snel meer dan gewoon werk, voel je je verantwoordelijk voor de hele stal. Ik heb mezelf altijd voorgehouden: ik ben niet ruiter geworden om geld te gaan verdienen, maar echt omdat het mijn passie is, omdat ik het leuk vind om paarden op te leiden en naar een hoger niveau te rijden. Dat kan alleen als ik dat voor de volle 100% kan doen. Ik heb gemerkt dat ik er echt heel veel voldoening uithaal als ik merk dat de paarden beter worden. Met een goede smid, een goede dierenarts, dat het allemaal klopt. Dan is het leuk om er keihard voor te werken.”

Renske Kroeze in de dressuur in Tryon

De manier waarop Renkse over Jan Kemps en zijn vrouw praat, is vertederend: “Jan heeft geen haast met zijn paarden, meestal worden ze verkocht als ze 1m20 of 1m30 lopen. Hij heeft ze niet om ze te fokken en als driejarige te verkopen. Hij komt heel vaak kijken, die liefhebberij die hij in de sport heeft, is wel mijn geluk geweest. Mijn internationale paard Jane Z is ook van Jan, die heeft hij voor mij aangehouden. Hij is zo betrokken, staat elke ochtend om half 7 te voeren, hij is altijd in de weer, ongelofelijk. Ik mocht met Jan en zijn vrouw mee-eten toen ik mijn arm gebroken had, ze deden super hun best om te zorgen dat ik het naar de zin had. Een heel unieke setting. Okay, in sommige gevallen werkt het ook niet. Er was ook weleens een collega die vertrok omdat het niet werkte. Jan zit er niet bovenop, hij wil graag mensen die intrinsiek gemotiveerd zijn, die geen baas of orders nodig hebben. Dan is het niet erg om lange dagen te maken, veel te werken, en het slechte weer voor lief te nemen. Ik heb optimaal de kans gekregen bij hem.”

Maar het leven gaat door en Renske ontmoette springruiter Mark Jespers, zoon van hengstenhouders Adrie en Anne Jespers: “Tijdens Indoor Oosteind was dat. Dat betekende al snel ’s avonds naar Prinsenbeek, een keer een paard rijden, zo gaat dat, en inmiddels heb ik daar ook een stel paarden. Ik ben zzp’er, kan mijn eigen tijd indelen. Gelukkig is Jan ook flexibel, en kon ik het afwisselen. Met Mark is het ook superfijn dat iemand langs de kant meekijkt, al is het maar voor een beetje bevestiging. Ik moet zeggen: dat heb ik ook wel een beetje nodig. Inmiddels heb ik trouwens ook les van bondscoach Bettina Hoy met m’n eventingpaarden, voornamelijk op dressuurmatig vlak. Heel fijn en inspirerend. En springen doe ik bij Leon Kuypers: hij heeft een systeem, is heel duidelijk: in het ritme blijven rijden, goed in balans bij de sprong komen, de eigen houding daarop aanpassen. Heel simpel eigenlijk, we hebben weinig woorden nodig. Mark hoeft ook maar een paar dingen te zeggen.”

Renske Kroeze met bondscoach Bettina Hoy

De nabije toekomst ligt voor Renske toch in Prinsenbeek: “Tja, het is wel dat ik straks mijn werkzaamheden daarheen ga verplaatsen. Jan weet het inmiddels. Hij heeft zijn best gedaan voor mij en hij weet ook dat dat andersom zo is. Ik heb helemaal niet het idee gehad dat ik voor een baas werk. Maar ik wil met Mark verder gaan werken aan ons gezamenlijke bedrijf, gelukkig ook met paarden van Jan. Het moment is natuurlijk nooit goed, er is altijd iets te verzinnen waarom ik het niet zou doen. Of het tranen heeft opgeleverd? Ja, absoluut…..Helvoirt is een belangrijk deel van mijn leven geworden, met een super leuke groep. Door de drukte ben ik niet meer zo betrokken bij alle sociale activiteiten maar het blijf toch mijn cluppie. Ik ga niet aan de andere kant van de wereld wonen maar het wordt toch iets anders.”

Renske met Mark Jespers en vader Kroeze in Tryon

Ontwikkeling en zelfreflectie passen bij Renske Kroezen: “Ik maak altijd filmpjes als ik zo aan het rijden ben. Dat vind ik moeilijk om terug te kijken, omdat ik erg kritisch ben op mezelf. Als mensen dan zeggen: lekker rondje, dan denk ik: helemaal geen lekker rondje, kan ook niet, het beestje is pas vier. En verder weet ik gewoon te weinig van de hengstenhouderij en de fokkerij. Ik rijd weleens drie maanden op een paard en dan weet ik nog niet wat het is. Maar dat mag niemand weten, haha. Ik heb het idee dat ik dingen niet heel goed kan onthouden als ik ze niet heel erg nodig heb. Maar ik wil me er graag in ontwikkelen. Ik vind het moeilijk om een driejarige, kaal, geen bespiering, dikke haren, om daar doorheen te kijken, hoe dat paard in elkaar zit, of dat toekomst heeft. Ik kan wel zien of ie een goede sprong maakt, maar er is natuurlijk meer. Daar is wel een stukje winst te behalen. Ik zou er iets meer tijd aan moeten besteden, en er een beetje moeite voor moeten doen. Het is ook zo’n geplan elke keer, met in totaal 15 of 16 paarden om te rijden. Doe ik allemaal zelf. In Helvoirt heb ik wel iemand die me helpt, Anne-Rose Cramer, die is nog preciezer dan ik, andere mensen worden daar soms helemaal dol van, maar ik kan het altijd met een gerust hart aan haar overlaten. En als ze ergens over twijfelt, dan zegt ze het meteen.  Ze was ook mee naar Tryon, een super kracht.”

Dan is het natuurlijk de vraag wat haar ouders van Renke’s leven zeggen: “Die zijn lekker bezig met veulentjes fokken: je krijgt ze als ze drie zijn, zeggen ze. Nu gaan ze er zakelijker naar kijken. Met opmerkingen als: als je echt denkt dat je een goede hebt, moet je ‘m niet verkopen. Met me meegaan naar de wedstrijden vinden ze het mooiste wat er is: ze hebben er zelfs een speciale caravan voor gekocht. En: het is altijd goed. Als ik maar mijn best heb gedaan. Het resultaat is dat wat het dan is.”

Jan Kemps en Annne-Rose Cramer sluiten de vrachtwagen met Jane: op weg naar Tryon!

© Nieuws.Horse 2018 | powered by Olland.biz