Praten met Kees van den Oetelaar is praten over heel veel, maar zeker ook over de hengstenhouderij. Concorde en Verdi, allebei gekroond met de titel KWPN Paard van het Jaar, zijn de belangrijkste hengsten geweest in zijn leven. Concorde hebben we in deel I besproken, in dit deel 4 hebben we het vooral over Verdi.
“De oude Gerrit de Crom heeft mij het hengstenhoudersvirus meegegeven,” vertelt Kees van den Oetelaar. “Die man had een aparte uitstraling, een bepaalde gave om niet je emotie te tonen. Ik kon heel goed met hem omdat we alle twee dezelfde hobby hadden: Gerrit ging ook nooit naar huis. Ik kwam elke dag bij De Crom toen Concorde daar stond, en ik heb heel veel met Gerrit zitten te buurten. Ja, ik had wel hengsten, maar ik wilde nooit geen hengstenhouderij beginnen. Door hem ben ik omgeturnd.”

Gerrit de Crom
Het spreekt voor zich dat daar een anekdote aan verbonden is: “Leo Trommelen, de eigenaar van de hengst Ubis die ook bij De Crom stond, had ook een Anglo-Arab waarvan hij veulentjes moest bekijken en Gerrit en ik mochten mee. ’s Morgens om 8 uur waren we in Dongen, Leo gaf ons eerst een borrel, pakte toen een slof sigaretten en een paar flessen water voor onderweg en wij op pad, naar Zeeland. Gerrit was op voorhand al niet zo gek van de hengst en het eerste veulentje was al een naaimachientje in zijn lopen, een splinterig ding zonder beenwerk. Leo zei: deze draaft maar gewoon, Gerrit. Ach, zei Gerrit, het is de eerste nog maar. Maar hij bedoelde: een betere komt er niet. Dat snapte Leo niet. De tweede liep nog slechter. Zei Leo: deze heeft de beweging wel nodig. En Gerrit antwoordde dan: de grond was ook wel erg hard bij die boer in de wei. In elk geval, bij het derde minne veulentje kocht ik van die boer een combinatie stro voor thuis. Maar ik moest er een container uien bij kopen.”
“Wij weer onderweg, gestopt bij een terrasje, zegt Gerrit bij een glaasje drinken: we hebben er nou drie gezien, maar als ie niet beter fokt dan zo, dan zal ie zijn broek niet vaak omlaag hoeven te doen deze zomer. En ik maar denken wat ik toch met die container uien moest. Afval was het. In Lage Zwaluwe had een kennis van Leo vier slachtpaarden die ie graag wilde verkopen. Gerrit daar aan de koffie al snel duidelijk gemaakt dat slachtpaarden he-le-maal niks waard waren. Zegt de vrouw van die boer: maar die paarden gaan vertrekken hier! Ze moesten weg omdat die boer ook 30 koeien en een stier had, en de paarden gingen achter dat vee aan. Gerrit kocht natuurlijk de paarden en ik ruilde m’n container uien op een van de paarden met duizend gulden erbij omdat ik had verteld dat het heel goed koeienvoer was. Wij weer onderweg, zegt Leo: Kees, weet je wel zeker dat uien goed zijn voor koeien? Heb ik gezegd: dat weet ik niet zeker, maar ik weet wel zeker dat die stier vanaf nou de koeien staat te dekken met tranen in zijn ogen. Leo Trommelen heeft met zijn bulderende schaterlach kromgelegen van het lachen tot thuis in Dongen.”

Dennis Musterd, fokker van Verdi TN
Het verhaal van de hengst Verdi begint eigenlijk bij de fokkers, Dennis en Petra Musterd in Made: “Ik kocht elk jaar een stuk of vijftien of twintig veulens bij ze. Hij koos de beste merries uit in Holstein, Frankrijk en zo, en daar gebruikte hij internationale springhengsten op, zoals Quidam, For Pleasure of Darco. Hij heeft ooit 70 merries met Quickstar gedekt. Nee, ik ben nooit adviseur geweest, dat deed ie zelf. En hij heeft toch een stuk of veertig internationale paarden gefokt. Toen kon hij zijn veulens duur verkopen. Een sterk ondergewaardeerde fokker. Verdi was een paar uur oud toen we hem kochten. Voor 20.000 gulden, ook al hadden we de euro al. Omdat ie van Quidam de Revel was uit een heel goede Landgraf-merrie, en het was een heel mooi veulen, dat kon je aan het kleine veulentje toch al wel zien. De uitstraling, de rug, de benen, ach, als je veel veulentjes koopt, krijg je daar vanzelf veel ervaring in. Plus dat de moeder een mooie, lange merrie was. Toen is het veulen naar Nijhof gegaan, gewoon in de loopstal tussen de andere paarden. Van Quidam heette die, en Johnson heette eigenlijk Verdi. Die ging naar Oldenburg naar de keuring en toen moest de naam met een J beginnen vanwege Jazz, daarom werd het Johnson. Net voor het eindexamen hebben we ‘m Verdi genoemd en dat is zo gebleven.”
“Met vrij-springen bij Nijhof heeft Verdi als jong paard altijd goed gesprongen, met veel vermogen en een goede techniek. We gingen vrij gerust naar de eerste bezichtiging in Ermelo, en toen door naar Den Bosch. Ik weet nog goed: dat was het eerste jaar dat er op de vip-tribune niet meer gerookt mocht worden. Alfonso Romo, de Mexicaan, trok zich daar niks van aan, had een sigaar in zijn mond, en toen kwamen alsnog de asbakken op tafel. Hij vroeg: wil je dat paard verkopen? Hij wilde veel geld geven, zei Romo. Toch maar niet gedaan. Verdi werd aangewezen voor het verrichtingsonderzoek, en eigenlijk hadden we gekozen voor het najaarsonderzoek, omdat hij nog zo jeugdig was. Op een keer in het voorjaar belt Henk jr me op: ik ben in Ermelo onze hengst wegbrengen. Ik heb gezegd: als jij denkt dat we dat moeten doen, dan moeten we dat doen. Verdi eindigde laag in het verrichtingsonderzoek, omdat hij problemen had met zijn grote galop. Mensen hadden er niet zo’n hoge pet van op en hij is met de hakken over de sloot goedgekeurd. Eigenlijk was het met Concorde niet anders. Een beestje met een normale galop is in de test veel makkelijker dan eentje met een Grand Prix-galop. Voor die paarden is dat op die leeftijd moeilijk om vol te houden. En als we het daarover hebben: Corrado, Baloubet, Pilot, Polydor, Grannus, For Pleasure, Quickstar: ze hebben allemaal een slecht onderzoek gelopen. Maar het zijn wel de beste verervers van de wereld. Misschien kun je met die paarden helemaal geen test doen.”

Eric van der Vleuten met Verdi TN als 7-jarige
Toch dekte Verdi direct behoorlijk veel merries: “Mooi bloed natuurlijk, en in de folder van Nijhof stond Verdi als coming star, dat hielp ook. Hij kreeg een goed veulenrapport en toen kwam de vraag wie er als ruiter op moest. Ik heb toen voorgesteld om er Maikel van der Vleuten mee te laten rijden. Hij was 17 jaar oud en kwam net van de pony’s af. Hij reed een Nieuw-Zeelandse volbloed van mij van 22 jaar, Jabbadabbadoe, en ik zag hoeveel aanleg hij had voor paardrijden. We zijn samen met Maikel en Eric bij Nijhof Verdi wezen proberen. En toen kwam de eerste hengstencompetitie, in Hengelo. Ik was ‘m op het voorterrein aan het bekijken en begon ineens te denken: waar ben ik in ’s hemelsnaam aan begonnen, om zo’n jong menneke op zo’n jonge, grote hengst te zetten, ik vond het ineens best gevaarlijk. 17 jaar oud en dan op een hengst van 4 jaar oud, wie verzint dat nou. Hij ging de ring in, niet normaal hoe goed dat ging. Hij moet zich toen wel gevoeld hebben als een vlieg op een olifant. En Maikel realiseerde zich helemaal niet hoe gevaarlijk het eigenlijk was wat we aan het doen waren. Zo fantastisch mooi hoe dat ging in de ring, volgens mij won ie toen de competitie, ik denk daarna elke wedstrijd. Verdi had zo’n fijn karakter, het was een genot om naar te kijken hoe hij samen met zo’n jonge ruiter zich ontwikkelde.”
“Verdi heeft zo’n goede opleiding gehad, daar hoefden wij ons niet druk over te maken. Eric heeft zoveel ervaring met jonge paarden africhten. Hij heeft Verdi heel veel tijd gegeven, landelijk mee laten lopen, gewoon tussen de andere paarden door. Maar ook Ermelo, Lanaken, alles. Hij wist altijd precies wat hij moest doen, dat is altijd zo geweest. Als het parcours op 1m60 stond, sprong hij 1m61. Toen ie 7 was, stond er een heel grote paardenmens achter me, met een grote stal concourspaarden. En die zei: als deze ooit dikke proeven gaat lopen, dan weet ik het ook niet meer. Buiten in Roggel was dat. Toen heb ik de ober geroepen: ik wil een blaadje bier bestellen, want ik heb vandaag zoveel geleerd! Twee dagen later ben ik bij die man thuis geweest, dacht ik: je hebt hier een hele lading slechte paarden staan, ik wil je hele spul inclusief huis en stallen nog niet ruilen op Verdi. Eric heeft Verdi toen NK 7-jarige gewonnen, die heeft hem een tijdje overgenomen omdat hij wel veel eigen initiatief begon te tonen. Ik wist dat ie naar Londen ging met Verdi maar niet dat hij daar zijn eerste dikke internationale proef zou gaan lopen, ik zag hem op televisie binnenkomen, ik wist niet wat ik zag! Alleen thuis zitten is dan niet zo makkelijk. In het voorjaar heeft Maikel hem weer overgenomen, hij werd tweede in de Grand Prix van Lummen. En op z’n 9e liep ie het EK in Madrid. Toen was het nog zo dat we belden of hij al geland was, dat soort dingen. En blij dat ze samen weer heelhuids thuis waren.”

Verdi loopt graag zijn ereronde alleen, zoals hier in Rome
“Toen ie 10 was, werd er zoveel geld voor geboden, dat het eigenlijk niet meer te doen was om hem te houden. Vanuit verschillende landen. Toen hadden we Spartacus en Verdi: bood iemand voor allebei zo ongeveer het Totilas-bedrag. Mensen belden mij altijd, omdat ze dachten dat ik met geld wel overstag zou gaan. En iemand zei; altijd doen, je hoeft nooit meer te werken! En dan? Grotere auto kopen, of een groter huis? Ik ben bij zoveel mensen in een groot huis geweest, dan dacht ik: hier zou ik nog niet begraven willen liggen. En harder straffen als niet meer mogen werken, kunnen ze me niet. Ik heb Jeannette Nijhof gebeld: ik moet jou bellen want we kunnen zo’n astronomisch bedrag krijgen, dat ik dat wel moet melden. Ik kreeg van haar de wind van voren: daar moest ik niet meer over praten, hij ging niet weg. Maar ze bleven me bellen. Toen ben ik op een middag naar Eric van der Vleuten gegaan, op papier een streep neergezet, met aan de ene kant ‘weg’ en aan de andere kant ‘blijven’. Eric zette het kruisje bij ‘blijven’. Dan koop maar een deel, heb ik gezegd, dan stuur ik de mensen naar jou als ze erom vragen, ik wilde van het gezeur af zijn. Het is een van de mooiste dingen die ik ooit gedaan heb. Nooit meer gezeur gehad en altijd genoten van Maikel en Verdi, met het gevoel dat ze op hun eigen paard zaten.”
“Met Eric ben ik samen naar de Olympische Spelen in Londen gegaan. Hij mocht niet mee naar binnen, had geen accreditatie. Samen uit, samen thuis, we hebben het toch kunnen regelen. Het was fantastisch hoe hij daar zijn rondje liep, we zaten samen met kippenvel. Toen eerst naar de kroeg waar de Nederlanders waren, heel gezellig gehad, abnormaal. En toen naar het hotel. Daar hebben we samen met een whisky-cola en een bacardi-cola op een klein terrasje gezeten tot diep in de nacht, zitten te zeveren over ons eigen paard, hoe goed die wel niet was. Het is altijd een aparte band geweest met Eric en Maikel. Eén keer per jaar, tussen kerst en nieuwjaar, dan zeggen we tegen elkaar wat minder leuk was en wat wel leuk was, we zetten er een streep onder, en dan gaan we weer verder.”

Verdi TN KWPN Paard van het Jaar