Met haar vader als onafscheidelijke trouwste supporter beweegt Esther Manders uit het Brabantse Haaren zich in de paardenwereld. Als stijlvolle amazone van springpaarden, als opleider en als handelaar. Met vooral eigen paarden van haar Assembly’s Stables: “Als je paarden van anderen duurder kunt maken, kun je dat ook met je eigen paarden, zei mijn vader.”

In Haaren aan de N65, de doorgaande weg van Den Bosch naar Tilburg, heeft Esther Manders (43) haar sportstal met springpaarden. Er staan zo’n 17 paarden, inclusief de merries en de jonge paarden, vooral uit eigen fokkerij. Haar bedrijf Assembly’s Stables is langzaamaan gegroeid, met dank aan haar ouders: “De naam Assembly komt van het bedrijf dat mijn vader en moeder hadden, een bedrijf voor de productie van kabels voor connectors, computers en zo. Mijn ouders hebben natuurlijk wel meegeholpen, onder andere door vanuit Vught hierheen te verhuizen, een oude boerderij met koeien- en varkensstallen waar we langzamerhand van alles verbouwd hebben. Ze hebben me echt de mogelijkheid gegeven om dit mee op te bouwen, ze hebben altijd achter mijn ideeën gestaan. En gelukkig hebben ze me ook financieel ondersteund, anders was het niet gelukt om dit bedrijf te hebben. Toen ik in de paarden ging, heb ik er gebruik van kunnen maken.”

Esther Manders verdiende haar eerste vakantiegeld met de pony’s: “Het is natuurlijk vroeger bij de pony’s begonnen, m’n broer en ik kregen samen een bonte B-pony om bij de ponyclub in Vught te kunnen rijden. Op een gegeven moment kwam er een grotere pony maar die kon niet springen. Dat vond ik een uitdaging. Zadelmak maken en lastige pony’s rijden, dat vond ik leuk, ook als iemand van de club dat vroeg. In de vakanties kocht ons pap voor mij een jong pony’tje, niet te duur, dat kon ik dan zadelmak maken en verkopen, dat was mijn vakantiebaantje.” Na de HAVO en een MBO-opleiding was er maar één weg vooruit: de paarden in. “Ik heb toen cursussen paardenhouderij aan de HAS gedaan en in Ermelo mijn instructeursdiploma gehaald. Mijn interesse lag toch bij het opleiden en verkopen van jonge paarden. Toen maakte ik ook nog regelmatig voor andere mensen paarden zadelmak en hielp ik om ze te verkopen. We kochten ook zelf wel een keer een jong paard om later te kunnen verkopen. Langzamerhand heb ik de eigen paarden wat langer kunnen houden en zo hebben we het langzaam opgebouwd.”

Met Assembly’s Andiamo in Lier

Het eerste eigen paard was Janien, een Creool-merrie, gekocht bij fokker Bram Roosen: “Ik kwam daar om te proberen de merrie te kopen, die was net zadelmak. Ik was toen 19 maar ik leek 15, heeft hij ondertussen mijn vader gebeld om te checken of ik dat paard wel mocht kopen. Het is allemaal doorgegaan, ik heb de merrie altijd gehouden, nooit verkocht. Ik heb haar tot het Z gereden, een merrie niet met alles erin, maar wel heel voorzichtig. En ik ben ermee gaan fokken. Daar komt ook Twinkling Star A.S. uit, de Kashmir van het Schuttershof die ik 1m45 heb gereden. Ik denk dat we de eersten waren in Nederland die met die hengst dekten. Omdat die merrie zo voorzichtig was en niet alles erin had, terwijl Kashmir een grote hengst is met heel veel vermogen. Ik ben altijd wel Belgisch en ook wel Frans geörienteerd geweest. Via kennissen kwamen we bij Kashmir uit, hengstenhouder Willy van Impe kwam halverwege mijn vader tegemoet gereden met het verse sperma, zo ging dat. Uit de Creool-merrie heb ik ook een Nabab de Reve, die is nu 8, loopt 1m35, en ook al een keer 1m40. En een 7-jarige Nabab, die liep 1m35 en hebben we verkocht naar België.”

Double Trouble A.S. werd kampioen tijdens de AES Hengstenkeuring

De fokkerij verloopt bij de Assembly’s Stables ook via Jeannette Trefle, een Quatoubet du Rouet x Iris Landai, geboren in 1997 en genoemd naar de Franse merrielijn. “Met Jeannette heb ik zelf 1m45 gesprongen, ze heeft voor de sport al een Quickstar gebracht die 1m60 heeft gelopen en een Skippy gebracht die 1m50 heeft gesprongen. De Quickstar is via stal Hendrix en Willy van der Ham verkocht naar Amerika, waar een amazone hem op dat niveau gereden heeft. En de Skippy is door Alberto Zorzi internationaal gereden. We kochten Jannette toen ze vier was, tegen de Franse grens aan in België. Een grote merrie, een beetje slap ook maar wel met heel veel vermogen en kwaliteit en dat geeft ze ook door. En ze komt uit de Selle Francais-lijn 93/1201, ook de moederlijn van Cor de la Bryere. Daar fokken we mee, ze is 21, en nu drachtig van Ultimo van ter Moude, een Capitol I x Major de la Cour, die met Todd Minekus 1.60 heeft gelopen.”

“Op dit moment hebben we uit die twee lijnen heel veel paarden uit eigen fokkerij staan. Ik rijd maar een paar paarden voor andere mensen. Een jonge Caretino Gold heb ik samen met mijn neef Michael den Otter uit Goirle, een merrie die ik zelf gefokt heb, de laatste uit de Creool-merrie die in 2015 is overleden. En een Quidam de Revel-merrie heb ik samen met Gijs en Sylvie Looymans. Ze loopt nu 1m30 als 7-jarige, en daar gaan we embryo’s uit spoelen. Een paard met heel veel kwaliteit maar eentje die iets meer tijd nodig heeft. Volgens mij zijn paarden lichamelijk en in de kop op hun zevende pas goed genoeg om echt mee door te werken. Ze hoeven dan nog geen 1m40 te lopen. We hebben ook nog een Toulon-merrie samen, die gaan we met Double Trouble A.S. dekken, onze Nabab de Reve uit Jeannette, die is nu 4. Hij gaat nu de hengstencompetitie lopen in België. Double Trouble A.S. is goedgekeurd bij het AES, een toegankelijk stamboek, sportgericht, met kennis van zaken en met echte paardenmensen. Twee jaar geleden werd hij kampioen van de hengstenkeuring, de afgelopen week is hij approved geworden, daar ben ik trots op. Mooi als zulke mensen je paard zo goed waarderen.”

Richard en Esther

Esther Manders woont met haar vriend Richard in het ouderlijke huis in Haaren. Die was meer van het voetballen maar steekt inmiddels flink de handen uit de mouwen op de stal en ondersteunt Esther in het bedrijf. Vader Gerard woont in een mantelzorgwoning naast het bedrijf: “Mijn vader kreeg tien jaar geleden een baal hooi op zijn rug, hij zou ’s morgens de paarden verzorgen, wij waren in België op concours. Hij heeft er een dwarslaesie aan overgehouden, een half jaar in het ziekenhuis gelegen. In eerste instantie zou hij niet meer kunnen lopen, dat was heel heftig. Toen hebben we ook de mantelzorgwoning erbij gebouwd. Binnen een week of zo hebben ze ‘m toch nog een keer geopereerd omdat hij een tinteling kreeg in zijn bovenbeen. Daarna heeft hij gelukkig wat gevoel teruggekregen. Hij heeft heel hard gewerkt en met heel veel doorzettingsvermogen heeft hij zichzelf weer leren lopen, met zo’n turnbrug. Die hadden we van vrienden geleend, de familie Van Herpen uit Geffen, voor wie ik nu een jonge Tinka’s Boy rijd. Nu kan hij zich voortbewegen met de rollator en stokken, en hij kan autorijden met een aangepaste auto. Hij is altijd positief, heeft een super goede instelling, heeft zich er niet bij neergelegd. En nog steeds is hij altijd aan het meehelpen, altijd bezig. Daar ben ik heel trots op. Het was een heel zware tijd, ook omdat mijn moeder in 2010 overleed, ze hebben samen nog een half jaar in de aanleunwoning gewoond. En hij is mijn trouwste supporter, het maakt niet uit waar we naar toe moeten, hij is er altijd bij.”

Gerard Manders

Vader Gerard heeft zelf een Contendro-merrie: “Uit de stam van Tinus van der Bruggen, heeft ie gekocht op een veiling, ook die merrie willen we met Double Trouble A.S. dekken. Het afgelopen jaar hadden we er een Andiamo-veulen uit, die is in Asten verkocht aan Paul Hendrix, hopelijk krijgt ie daar ook de kans voor een goede opleiding.” Het woord ‘verkocht’ wordt niet dagelijks gebruikt bij de familie Manders: “Verkoop ik veel? Niet heel veel, zeker niet iedere maand of zo. We proberen elk jaar een paar paarden te verkopen, goed opgeleid, dat mensen er een eerlijk paard aan hebben, waar mensen mee verder kunnen. Of als amateur, of op hoger niveau voor professionals. Ze moeten in elk geval goed na te rijden zijn. Dat zijn vooral eigen paarden. Mijn vader zei altijd: als je paarden van anderen duurder kunt maken, kun je dat ook met je eigen paarden. Maar het is een lange weg om paarden op te leiden, ook een dure weg. Daarom moet je wel op tijd selecteren en goed opleiden. En ik ben best een beetje eigenwijs, volg mijn eigen weg, dan kun je beter vooral je eigen paarden hebben.”

“Ik heb ook fouten gemaakt, en die zal ik vast ook blijven maken, maar daar leer je het meeste van. Ons pap heeft me daar altijd in gesteund, mijn moeder ook trouwens. Ik ben snel bang dat ik het niet goed genoeg doe. Moeder zei altijd: gewoon doen! Daardoor is mijn zelfvertrouwen wel gegroeid ja. Nu heb ik heel fijne mensen om me heen, mensen die me steunen. Zoals ook Dave en Lisanne van Venrooij van Höveler paardenvoer, of Anoeska van Osch o.a. met  Niagara-Equissage, een pulse-apparaat dat ik heel veel gebruik bij de paarden. En de families Looymans en Van Herpen, vrienden van ons, het is heel fijn dat we dat met ons allen kunnen beleven. Inmiddels hebben we voor een relatief kleine stal toch al een mooie lijst aan referenties opgebouwd, van paarden die goed gepresteerd hebben. Ik hoop dat we het zo nog een tijd vol kunnen houden!”

 

 

© Nieuws.Horse 2018 | powered by Olland.biz