Bijzonder vindt ze zichzelf niet. Met een behoorlijke dosis relativeringsvermogen kijkt Paulien Alberts naar de wereld om zich heen. Als dressuuramazone, lerares aan de NHL Stenden Hogeschool, commissionair, jurylid, instructrice, begeleider van para-dressuurleerlingen, eigenaresse van een prachtige accommodatie in Emmen, met een eigen verzendlijst om paarden voor klanten te vinden en een eigen app om collega’s in de buurt te waarschuwen. Paulien combineert het allemaal met een lichtelijk ironische vorm van nuchterheid.
Haar ouders hadden in de opsomming hierboven ook een plaats kunnen hebben. Ze runden meer dan dertig jaar succesvol een parfumerie/drogisterij in Emmen, opgezet door Paulien’s moeder toen ze 19 was. De mooie accommodatie van Paulien wordt daar wel aan gelinkt: “Ach, als je je hoofd iets boven het maaiveld uitsteekt, proberen ze het ervan af te hakken. Het komt zo vaak voor dat mensen je iets niet gunnen. Vanaf toen ik 30 was hebben we de afgelopen 14 jaar hier een mooie stal opgebouwd. Werken van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. En ja, mijn vader en moeder hebben er zeker bij geholpen, nog steeds trouwens want ik ben er vaak niet. Via-via hoor je wel van alles. Dat het me in de schoot wordt geworpen, dat ik er niks voor hoef te doen, ach, er wordt zoveel gepraat wat niet waar is. Ik ben zeker al tien keer zwanger geweest, tien keer failliet, tien keer naar Frankrijk verhuisd.”
De paardentoekomst van Paulien Alberts was vanuit haar jeugd niet vanzelfsprekend: “Mijn ouders hadden er niks mee, ik heb van m’n 6e tot m’n 10e gezeurd of ik op een pony mocht rijden. Nou was ik nogal wispelturig, elke sport deed ik drie weken en dan hield ik er weer mee op. Oh ja, tennis heb ik veel langer gedaan. Toen ik 10 was, mocht ik uiteindelijk op ponyrijden. Twee jaar lang heb ik elke week op een manegepony gereden, op de Pro hoeve, waar Loes Corsel nu zit. De pony’s kwamen vooral van Roelof Luning, die daarin handelde. Van Frans Hesselman kregen we daar echt ouderwetse Deurne-instructie: we werden gedrild. Honderdduizend in-uitjes gesprongen, ook met pony’s die dat niet zo leuk vonden. Handen op de rug, dat soort werk. Heel leuk, ondanks dat ik er best vaak van afviel.”
Toen Paulien 12 was, zette haar vader haar voor het blok: “Hij had op de manege een leuke Duitse rijpony gezien. Ik mocht ‘m hebben maar dan moest ik kiezen. Het tennisracket heb ik daarna natuurlijk nooit meer aangeraakt. Na anderhalf jaar was ik te groot en hebben we de pony verkocht, L2 en L-springen was ik toen. Ik kreeg een paard, een Nabuur x Pastrocio, 1m63, maar na een jaar was ie 1m75. Bleek hij een groot kankergezwel te hebben, moest ik ‘m afgeven. Ik was hélemaal klaar met paardrijden. Maar mijn vader sleepte me mee naar Meinte Jensma, moest ik op een jonge Tolbert x Rigoletto, net zadelmak. Die deed niks anders als met z’n hoofd schudden en terwijl ik erop zat bedacht ik: als ie een rondje lang niet met z’n hoofd schudt, dan moest het maar doorgaan. Hij deed het elke twee seconden, maar toen net een rondje niet. En toen moest ie maar mee naar huis. Was natuurlijk een beetje raar om zoiets te verzinnen. Ik ben niet zo spiritueel of zo, maar soms heb ik van die dingen: als dat gebeurt, dan doe ik dit of dat. Het heeft wel doorgewerkt: als ik tegenwoordig bij iemand een raar gevoel heb, houd ik die persoon wel meer in de gaten. Ik heb de afgelopen jaren wel geleerd om meer op m’n gevoel af te gaan, best nodig in de paardenwereld. Misschien heb ik daarom wel een manege-app gemaakt waarin eigenaren van een aantal pension- en trainingsstallen elkaar kunnen waarschuwen.”

Stal De Oude Meerdijk in Emmen
“Met de Tolbert x Rigoletto heb ik na twee jaar mijn eerste winstpunt in de Z1 gehaald. Ik kreeg les van Annekee Oostra, die me vertelde dat hij nooit een wissel zou gaan leren. Nou was ik best wel een recalcitrante tiener, ik ben aan allerlei mensen raad gaan vragen en thuis gaan oefenen en twee weken later kwam ik terug op les: kon ie aan beide kanten een vliegende wissel. Ik was toen voor haar niet zo heel interessant, en iemand die wel interessant was, kreeg in de les haar aandacht. Ben ik voor haar gaan staan: als je nou niet ophoudt met die persoon, dan betaal ik je niet. Werd ze boos op mij, kreeg ik geen les meer. Kreeg ik ook nog van mijn vader op m’n donder: zoiets zei je niet tegen een volwassene. Maar het was toch zo? Ik kan tegenwoordig goed met Annekee hoor! Daarna ben ik naar Loes Corsel gegaan. Uiteindelijk werd ik vierde op de KNF-indoorkampioenschappen in de Z2 en is het paard via Maathuis verkocht naar Amerika, naar familie van de Iron Spring Farm van Mary-Alice Malone.”
Jurenco volgde, gekocht bij Arend Broek: “Ik heb een heel goede, zei hij, maar hij is niet zo makkelijk. Nou, dat was zacht uitgedrukt. Het duurde vier maanden voordat we er alleen maar op konden zitten. Na maand of zeven kon ik er een oefenrondje mee rijden. Ik heb er heel wat mee beleefd: stuk vinger eraf, oor eraf, pols gebroken. Uiteindelijk zat alles erop: wissels om de pas, passage, piaffe, maar hij was niet betrouwbaar. In het ZZ-licht heb ik Edward Gal met Lingh nog een keer verslagen.” Moresco kwam, gekocht bij Wiepke van de Lageweg: “Ik hield altijd wel van springpaarden om dressuur te rijden. Ik ermee naar de lokale keuring voor het brandmerk: de jury vond het een paard zonder ras en kwaliteit en verre van het fokbeeld van het KWPN, ik stond helemaal achteraan. Het jaar erop werden we Drents kampioen in het M2 en zaten we in de finale van de Pavo Cup. Uiteindelijk ben ik er Grand Prix mee geworden.”

Winnares van de Emsländische Meisterschaft met Untouchable
Paulien en relaties is wel een dingetje: “Ik heb ook les gehad van mijn toenmalige vriend, die had zijn opleiding bij Willy Schultheis gedaan, was een leuke vent en geen homo. Hij kwam uit Italië, hij wilde hier niet blijven en ik wilde niet naar Italië, we hebben nog wel altijd goed contact. Met de meeste van mijn exen kan ik nog goed. Ik was nooit zo heel goed met relaties, geloof ik. Misschien vonden ze het moeilijk dat ik een zelfstandige vrouw ben. En ik kan er niet goed tegen als ze denken dat ze de helft van mijn bedrijf mogen hebben omdat ze toevallig drie keer de paarden hebben gevoerd. Met een aantal was ik dus zo klaar. Ze hebben me al een paar keer willen aanmelden voor Boer zoekt Vrouw. Wie weet, ik vind alles leuk, maar ik weet niet of ik zo’n hoog entertainmentgehalte heb.”
“Tussen al dat gedoe” deed Paulien een opleiding scheikunde aan de Hogeschool Drenthe. Al sinds 2007 geeft ze er zelfs les: “Via een klant van me geef ik twee dagen in de week Horse Business Management, zeg maar commerciële economie met een sausje paard. We schakelen heel veel gastdocenten in en zijn veel met businessplannen bezig. Bij Schockemöhle, Pharmahorse, Equitana, de Paardendrogist, Divoza, overal kom ik oud-studenten tegen.”

Paulien jureerde de Indonesische kampioenschappen
In dezelfde tijd bouwde de familie Alberts aan de accommodatie en ontstond ook de manege naast de pensionstal: “Die manege was toch niet zo mijn ding. Nu heb ik alleen pensionklanten, en alleen als ik ze leuk vind. Als dat niet zo is, vraag ik ze vriendelijk om te verkassen.” Inmiddels staat er een rijhal van 20 x 40m omdat de bouw niet groter mocht zijn, 23 boxen, een buitenbak, 5 hectare land, een kantine en een inpandig woonhuis: “Ik heb het volgens mij netjes voor elkaar, mensen vinden het geordend en schoon. Het staat er nu bijna 15 jaar maar dat zou je niet zeggen. Er staan acht paarden van mezelf: een 9-jarige en verder jonge paarden, van veulen tot 4-jarige. De rest is voor de pensionklanten, de meesten krijgen ook les van mij.”
Naast al die activiteiten is Paulien ook actief in de handel: “Ik heb inmiddels diverse paarden in de lichte tour gereden en twee in de Grand Prix. Dat helpt om af en toe een paard te verkopen, de laatste jaren zelfs best veel. Om het gemakkelijker te maken heb ik een verzendlijst gemaakt met 220 mensen. Kan ik een oproep doen: ik zoek zus en zo’n paard, stuur mij info. Dat werkt heel goed, meestal komt er wel een match uit. En je snapt dat ik best wel veel met m’n mobiele telefoon werk. Ik heb heel veel begrip voor mensen, ik ga ze zeker geen poot uitdraaien. Als ik als commissionair optreed, spreek ik met de koper en de verkoper af wat mijn commissie is. En een ding is zeker: op mij zal een verkoop nooit niet doorgaan. Als ik 500 moet laten vallen, dan doe ik dat, dan liever een keer een extra paard verkopen. Die loyaliteit komt ook weleens slecht uit. Als je twee jaar lang iemand begeleidt en klaarstoomt van nauwelijks M-niveau naar met 65% meedoen in de Asian Games, je probeert de kosten in de hand te houden en je bent eerlijk en netjes, dan is het zuur dat ze je zo aan de kant schuiven omdat ze denken dat het gras aan de overkant groener is.”
Er zijn pagina’s te vullen over het leven en de activiteiten van Paulien Alberts. Over haar lesgeven en jureren via Eric Naberink in Indonesië, het begeleiden van internationale para-dressuuramazones, ook via Hanneke Gerritsen, wedstrijden rijden op IJslanders, het produceren van zo’n dertig küren op muziek per jaar. En nu? “Gelukkig kunnen mijn ouders nog hand- en spandiensten verrichten, anders kon dat allemaal niet. Zij wonen op nr. 2 in de straat, ik op 48. Sommige mensen schijnen last van hun ouders te hebben, ik niet. Ik hoop dat ik word toegelaten tot de zware tour-jurycursus, nu is het tot en met de lichte tour. En ik vind het heel leuk om leerlingen te begeleiden. Tja, wie weet wat er op mijn pad komt, ik houd altijd wel van een nieuwe uitdaging.”

Paulien won meteen de eerste wedstrijd op een IJslander